Op 2 juli gaat de 98e editie van de Tour de France van start in de Vendée. We kijken naar een aantal interessante statistieken waaronder het financiële plaatje van de Tour en de deelnemende wielerploegen.
Alhoewel het dit jaar de 98e uitvoering van de Tour is, werd de Ronde van Frankrijk al 108 jaar geleden voor het eerst verreden. Echter was er geen Tour tijdens de eerste en tweede wereldoorlog.
Dit jaar zal er in totaal 3430,5 kilometer afgelegd worden, verdeeld over 21 etappes. Voor elke etappewinnaar ligt er een dagprijs van €8000 klaar, een bedrag waarvan in de meeste gevallen niet eens een nieuwe racefiets (waar de profs op rijden) gekocht kan worden. Onderaan gaan we dieper in op de financiële statistieken.
INTERESSANTE FEITEN
Hieronder beschrijven we in het kort een aantal interessante feiten over de Tour van 2011 en de Tourgeschiedenis.
Introductie allereerste gele trui
1919
Meeste dagen in het geel
Eddy Merckx (111 dagen)
Hoogste aankomst bergop ooit in Tour
2465 meter, de Col du Galibier, die ook in 2011 weer opgenomen is het parcours
Kleinste aantal finishers ooit
10 coureurs, in 1919
Jaren dat er slechts één tijdrit was
1955 en 2011
Aantal toeschouwers
Volgens schattingen zijn er 15 miljoen mensen die elk jaar de Tour minstens één keer live langs de weg volgen. Daarvan is slechts 15% afkomstig van buiten Frankrijk.
FINANCIEEL
Vergeleken met vroeger zijn renners vandaag de dag financieel gezien een stuk beter af. De ommekeer kwam rond 1985, toen de Franse zakenman Bernard Tapie voor die tijd enorme salarissen bood voor toprenners als Bernard Hinault (in 1984 werd de La Vie Claire ploeg van Tapie opgericht) en een jaar later vooral Greg Lemond, die als eerste een contract van $1 miljoen kreeg. Tot dat moment moesten renners het grootste deel van hun inkomsten verdienen met criteriums, waarvan met name de na-Tour criteriums uiterst lucratief waren (en het heel gewoon was om twee criteriums per dag te rijden).
Het Franse tijdschrift Capital publiceerde in zijn julinummer van 2011 een aantal zeer interessante financiële statistieken over onder meer het prijzengeld, rennerssalarissen en sponsors van de Tour de France.
SPONSORS WIELRENNEN
De bedragen die verschillende sponsors van de Tour de France inbrengen lopen flink uiteen. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen hoofdsponsors, officiële partners, technische partners en officiële materiaalleveranciers.
De vier hoofdsponsors in 2011 zijn Le Credit Lyonnais (bank), Vittel (fabrikant mineraalwater), Carrefour (supermarktketen) en Skoda (autofabrikant): stuk voor stuk betalen ze 3,5 tot 5 miljoen euro.
Na de hoofdsponsoren volgen de negen officiële partners: PMU, Nike, Festina, Alcatel, Brandt, AG2R La Mondiale, Antargaz, Orange en Digital. Elk betalen een bedrag van 1 miljoen tot 1,5 miljoen euro aan de ASO, ofwel Amaury Sports Organisation, het bedrijf dat de Tour organiseert.
Als derde groep volgen de zestien ‘fournisseurs officiels’, waaronder Belin, Cochonou en Nesquik. Deze sponsors betalen ieder een bedrag variërend van 500.000 euro tot 800.000 euro.
De laatste categorie sponsors zijn de zogenaamde ‘partenaires techniques’. Bedrijven als Kleber (banden), Bosch en Doublet, die net als de hierboven genoemde sponsors vaak ook meerijden in de reclamekaravaan, betalen de Tourorganisatie een bedrag tussen 100.000 euro en 300.000 euro.
START- EN AANKOMSTPLAATSEN ETAPPES
Volgens Capital bedragen de uitgaven van elke stad of dorp dat een etappe organiseert 38.000 euro. Daarvoor krijgen de desbetreffende etappeplaatsen flink wat terug. Zo zou de publicitaire waarde van de Tour goed zijn voor omgerekend 100 miljoen euro. Een etappeplaats kan gemiddeld rekenen op 50.000 bezoekers verdeeld over twee dagen en een etappeplaats verdiend zo’n 250.000 euro aan de huisvesting van de gehele tourkaravaan, inclusief de reclamekaravaan. Voor skiresorts, waar vaak een aankomst bergop plaatsvindt, neemt de omzet op weekbasis met liefst 120% toe wanneer de Tour langskomt.
RECLAMEKARAVAAN
Ook ten aanzien van de reclamekaravaan, die elke dag vele duizenden sleutelhangers, petjes en andere kleine items uitdeelt aan het publiek, zijn de statistieken indrukwekkend. Elke dag worden 4 miljoen televisiekijkers in Frankrijk bereikt en staan er zoals gezegd 15 miljoen toeschouwers langs de kant van de weg.
Gedurende de hele Tour worden er liefst 100.000 petjes uitgedeeld aan het publiek, dat niet minder dan 1,5 miljoen minizakjes Haribosnoep toegeworpen krijgt gedurende de drie weken Tour.
In totaal worden liefst 23.000 gendarmes en politieagenten ingezet, en bestaat de gehele Tourkaravaan uit niet minder dan 2400 auto’s. De dames die de etappewinnaars en winnaars van de klassementstruien dagelijks huldigen verdienen tijdens de drie weken tour 2.500 euro (elke dag worden de prijzen uitgereikt door dezelfde dames).
KOSTEN RACEFIETS TOUR DE FRANCE
Alhoewel het kostenplaatje van een racefiets natuurlijk per team en merk verschilt, gaat het over het algemeen over bedragen waar je gemakkelijk een nieuwe auto van kunt kopen. Eén van de goedkoopste merken die professionals gebruiken is Kuota, waar de Franse ploeg AG2R La Mondiale op rijdt. De fiets waarop de renners de Tour van 2011 rijden, de Kuota Kom Evo, kost 7000 euro. Het frame is daarvan het duurst met 2.999 euro, terwijl ook de wielen met 1945 euro zwaar wegen.
DOPINGGEBRUIK FLINK DUUR
Een opmerkelijke passage is ook die over de kosten van het gebruik van doping in het peloton. Mocht een renner ervoor kiezen om zich een heel jaar te laten 'prepareren', dan kost hem dat liefst 20.000 euro voor een EPO-kuur. Daardoor is dit zeker niet voor iedereen weggelegd en kunnen alleen de best betaalde renners (zie hieronder) zich normaal gesproken een dergelijke misstap veroorloven. Volgens Capital kost een een enkele dosis EPO op de zwarte markt tussen de 200 en 400 euro. Saillant detail is dat een dopingcontrole een vergelijkbaar bedrag, namelijk 400 euro per keer, kost.
SALARISSEN WIELRENNERS
Een coureur die in staat is om een etappe in de Tour te winnen zou volgens Capital een maandsalaris van 25000 opstrijken. De beste Fransman, vorig jaar Sylvain Chavanel, zou een salaris van 66.000 euro per maand verdienen, wat omgerekend neerkomt op een jaarsalaris van €792.000. Absolute grootverdiener in het peloton is Alberto Contador, de Tourwinnaar van 2010, die maandelijks liefst 6 ton in euro’s zou incasseren.
Een knecht verdient volgens Capital nog altijd zo'n 2700 euro per maand.
EXPLOSIE SALARISSEN PERIODE GREG LEMOND
In het verleden lag het wel anders met de rennerssalarissen die in het tijdperk Greg Lemond explodeerden. Laurent Fignon verdiende tijdens zijn eerste Tourzege slechts 50.000 euro, en Greg Lemond kreeg als grootverdiener in 1984 een salarisverdubbeling tot $100.000 van Renault. In 1985 lokte Bernard Tapie Lemond, die hij vooral als ideale reclame zag om de Amerikaanse markt te bereiken, weg bij Renault met een voor die tijd gigantisch aanbod van 1 miljoen dollar voor drie jaar. Daarna volgden goede jaren voor coureurs als Indurain en later Armstrong, die in 1999 tijdens zijn eerste Tourzege een geschatte $7 miljoen verdiende, een bedrag dat in de navolgende jaren nog flink zou oplopen.
PRIJZENGELD TOUR DE FRANCE
De Tourwinnaar verdient met zijn zege 450.000 euro, terwijl een etappewinnaar 8.000 euro opstrijkt. Een gele trui levert elke dag slechts 350 euro op en de renner die als eerste over een col geraakt krijgt een premie van 800 euro. Het totaal tijdens de Tour verdiende prijzengeld wordt aan het einde verdeeld over alle renners, waarbij er ook een deel naar de mechaniciëns en overige begeleidende staf gaat.
Tot slot de budgetten van de ploegen in de Tour. Elke professionele wielerploeg heeft een miljoenenbudget dat elk jaar door de sponsor gestort wordt. Hiervan moeten salarissen, materiaal, reiskosten etc. betaald worden.
Het team dat in 2011 verreweg het ruimste budget heeft is HTC Highroad. De ploeg van sprinter Mark Cavendish heeft liefst 17 miljoen euro te spenderen, gevolgd door Rabobank en Katusha met 15 miljoen euro. Sky volgt met een budget van 14 miljoen euro, terwijl Astana jaarlijks 13 miljoen euro kan uitgeven aan voornamelijk rennerssalarissen.
